207 12 FEBRUARI 1976 De heer BECKERSIk zou graag nog een aan vulling geven bij een kleine onduidelijkheid, die misschien anders verkeerd in de notulen terecht komt en misverstanden zou kunnen wekken. Ik doel hier op de positie van de grote steden. De VOORZITTER: Als u iets wil rechttrekken dat helemaal fout was, kunt u één zin uitspreken. De heer BECKERSDan moet ik er een ontzet tend ingewikkelde zin van maken, met veel bijzin nen. De VOORZITTER: U kunt komma's genoeg zetten! De heer BECKERS: Volgens het oorspronkelijke voorstel van C.R.M. was het de bedoeling van de minister uitsluitend peuterspeelzalen te subsi diëren in gemeenten die al een zekere traditie hadden en al enig voorwerk hadden gedaan. Daar is bezwaar tegen gekomen, hetgeen erin heeft ge resulteerd dat nu inderdaad alle gemeenten ook Breda gelijkelijk uit deze pot kunnen delen. De VOORZITTER: Zou dit kunnen betekenen dat het voorstel wordt aanvaard? De heer BECKERSMet de kleine clausule die ik zojuist al heb aangekondigd! De VOORZITTER: Wilt u stemming? De heer BECKERS: U kent inmiddels een enigs zins eenvoudiger procedure die u wellicht zoudt kunnen toepassen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat de heren Kaarsemaker, Houben en Crul, mevrouw Stut- terheim-Edeling, de heren Brummelkamp, Beckers, Welschen, Oomen, Hendriksen, Martens en Dreef geacht willen worden te hebben tegengestemd. 10. bijlage nr. 43. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 207