2080 12 NOVEMBER 1976 (Avond) De heer CRUL: Wij trekken nr. 6 in, met de zelfde motivering als bij nr. 5. Ingetrokken zijnde maakt de motie-Oomen be treffende vervallen voorwaarden verkrijgen rijks subsidie bij aanstelling opbouwwerkers geen onder werp van beraadslaging meer uit. De heer GEENE: Naar aanleiding van nr. 7, het amendement van de heer Crul betreffende inspraak, het volgende. Het is bekend, ook bij de heer Crul, dat er aan een sociaal plan wordt gewerkt en wij geven er de voorkeur aan dat af te wachten en voor het jaar 1978 de situatie opnieuw te beoordelen. Wij zullen derhalve dit amendement niet steunen. Vervolgens zijn wijgehoord de antwoorden van het college, van mening dat de motie-Van Duijl betreffende aanleg van rijksweg 58 overbodig is. Wij stellen dan ook voor motie nr. 8 in te trekken. De VOORZITTER: Dat kunt u zélf doen. Ik con stateer dat de heer Van Duijl zijn motie intrekt. Ingetrokken zijnde maakt de motie van de heer Van Duijl betreffende aanleg van rijksweg 58 geen onderwerp van beraadslaging meer uit. De heer GEENE: Ik kom dan aan het amendement- Geene onder nr. 9. Wij hebben kennisgenomen van de opmerking van wethouder Van Dun dat de post Mark/ Wilhelminakanaal kan worden overgebracht naar de post onvoorzien, met de aantekening dat het desbe treffende bedrag wordt geblokkeerd met het oog op de eventuele tegenvaller die zich in 1977 zou kun nen voordoen als de rekening onverhoopt wèl zou worden gepresenteerd. Met betrekking tot het amendement-Cru1 onder nr. 10 zijn we het met het college eens dat even moet worden afgewacht. Het idee van een stadsver nieuwingscorporatie vinden wij wel sympathiek, maar de uitvoering ervan moet betaalbaar zijn en daar hebben we op dit ogenblik te weinig inzicht in. Verder zitten we met het probleem dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2080