2082 12 NOVEMBER 1976
(Avond)
motie overbodig vinden.
De motie met betrekking tot het niet verho
gen van de onroerend-goedbelasting is niet in
overeenstemming met ons amendement. Bovendien zou
aanvaarding van deze motie betekenen dat we in
deze vergadering de begroting niet zouden kunnen
vaststellen, hetgeen voor ons onaanvaardbaar zou
zijn. Mijn fractie zal deze motie niet steunen.
De heer CRUL: Wij willen de motie van mevrouw
Giebels over het onderwijs intrekken, omdat zij
door duidelijke toezeggingen van het college over
bodig is geworden.
Ingetrokken zijnde maakt de motie van mevrouw
Giebels-Sprengers c.s. geen onderwerp van beraad
slaging meer uit.
De heer DEES: Voordat ik aan de verschillende
moties en amendementen toekomt, zou ik één alge
mene opmerking over de amendementen van P.v.d.A./
P.P.R. willen maken. Wij zijn het met de dekking
van die amendementen niet eens. Wanneer wij name
lijk mét de progressieven van mening zouden zijn
geweest dat er op dit ogenblik bepaalde bezuini
gingen in de begroting zouden kunnen worden aan
gebracht, zouden wij die dekking bijvoorbeeld heb
ben gebruikt om de verhoging van de onroerend-
goedbelasting nog verder te minimaliseren. Boven
dien hebben we, afgezien van het amendement over
de onroerend-goedbelasting, ook zelf bepaalde ver
schuivingen in de begroting voorgesteld, namelijk
betreffende het project werkzoekenden en de ver
betering van het leefmilieu in een aantal wijken.
Over de stukken 1 tot en met 4die mede
door ons zijn ondertekend, hoef ik naar ik meen
niet te spreken. We handhaven onze ondertekening
•en dat betekent dat we vóór zullen stemmen.
Met betrekking tot het amendement van de heer
Crul onder nr. 7 wil ik opmerken dat wij op dit
ogenblik zeker geen behoefte hebben aan aparte
inspraakfunctionarissen, en wel om twee redenen.