2088 12 NOVEMBER 1976 (Avond) sterkte betreft voldoende is toegerust en dat de zaken goed marcheren. Mede omdat door toezeggin gen van de kant van de minister van binnenlandse zaken in feite al uitbreidingen zijn toegestaan, achten wij de motie overbodig en zullen daartegen stemmen. Tot slot kom ik toe aan de motie over het stadsgewest. De heer Houben wil wat deze motie betreft geacht worden te hebben tegengestemd, waarvoor hij twee motieven heeft. Oorspronkelijk heeft een andere verdergaande motie ter tafel ge legen en de heer Houben vind de huidige motie on duidelijk. Bovendien is hij van mening dat de thans ter tafel liggende tekst voorbij gaat aan de wezenlijke bedoelingen die wij met de eerdere redactie van de motie hadden, vooral op het punt van de rechtstreekse verkiezingen waarover niets in de motie terug te vinden is. De overige leden van onze fracties zullen vóór deze motie stemmen. De motie van de heer Dees betreffende even tuele verlaging of minder sterke stijging onroe- rend-goedbelasting (nr. 3) wordt zonder hoofdelij ke stemming met algemene stemmen aangenomen. Het amendement van de heer Dees betreffende opvoeren subsidie aan project werkzoekenden ten laste van post fonds gladheidsbestrijding (nr. 4) wordt eveneens zonder hoofdelijke stemming met algemene stemmen aangenomen. Het amendement van de heer Geene betreffende opvoeren kosten verbetering leefmilieu (G.M./Ch,/ Sp.) en verhoging post onvoorzien ten laste van post kapitaallasten havens e.d. (nr. 9) wordt zonder hoofdelijke stemming met algemene stemmen aangenomen. De door de heer Welschen ingediende motie betreffende aanpassing van de juridische struc tuur van het stadsgewest wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, onder aantekening dat de heer Houben geacht wil worden te hebben

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2088