18 NOVEMBER 1976. 2112 verwoorden. Wethouder SANDBERG: Omtrent de redenen van het ordevoorstel wil ik jegens de raad geen misver stand laten bestaan. De heer Oomen heeft gesteld dat inmiddels nieuwe gegevens bekend zijn geworden; namens het college kan ik de raad verzekeren dat ons in ieder geval geen nieuwe gegevens hebben be reikt. Dat zou er bijna toe leiden dat wij het standpunt zouden innemen dat niets vanavond de be handeling van het voorstel in de weg staat. Noch tans heb ik het college geadviseerd, rekening hou dende met de mogelijkheid dat er nieuwe gegevens zijn, een poging te doen die te achterhalen en in elk geval die mogelijkheid niet bij voorbaat uit te sluiten. Het college is bereid ermee akkoord te gaan dat ik eventuele nieuwe informatie probeer te vinden. Wij willen de raad dan ook voorstellen dat het raadsvoorstel niet wordt teruggenomen, maar wordt aangehouden voor nader beraad. De VOORZITTER: Wethouder Sandberg heeft voor gesteld agendapunt 7 thans niet te behandelen maar aan te houden. Ik mag aannemen dat de heer Oomen, die het ordevoorstel heeft ingediend, de opvattin gen van het college terzake kan onderschrijven. De heer OOMENDaar zou ik graag met onze frac ties over overleggen, als het mag. De VOORZITTER: Dan schors ik de vergadering. SCHORSING. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. We komen vanavond een beetje moeilijk van start, maar ik zou nu de heer Oomen willen vragen zijn oordeel te geven, niet alleen over zijn eigen ordevoorstel maar ook over de opvattingen van het collegen van burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2112