2113
18 NOVEMBER 1976.
De heer OOMEN: U formuleert het goed. Als ik
het goed heb begrepen, is er nu naast ons ordevoor
stel een nieuw ordevoorstel van het college, inhou
dende dat agendapunt 7 voor nader beraad moet wor
den aangehouden. Tegen die achtergrond zouden wij
graag de toezegging van het college hebben dat het
nader beraad minimaal zal bestaan uit een gesprek
met de nationale commissie ontwikkelingssamenwer
king en met de Stichting Werkgroep Richting, op
korte termijn we denken aan een periode van twee
a drie maanden te voeren.
De VOORZITTER: Ik zie aan het gezicht van de
heer Sandberg dat hij deze vraag kan beantwoorden
zonder dat de vergadering wordt geschorst.
Wethouder SANDBERG: Ik wacht graag de uitnodi
ging af en het is bekend dat uitnodigingen aan mijn
adres van harte worden aanvaard.
De VOORZITTER: Ik constateer dat de raad agen
dapunt 7 wenst aan te houden voor nader overleg,
zoals omschreven door de heer Oomen en zoals be
doeld door het college.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus be
sloten.
8. bijlage nr. 337
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE
DE OMSLAG-PERCENTAGES VOOR HET JAARLIJKS NA
DELIG SALDO VAN HET RECREATIESCHAP NATIONAAL
PARK DE BIESBOSCH(G)
De heer LAMBREGTSOp 21 oktober 1975 hebben
we in de commissie jeugd en sport een voorstel be
handeld dat eveneens betrekking had op het probleem
dat bij dit agendapunt aan de orde is. Het voorstel
van destijds had echter een volkomen andere inhoud.
In eerste instantie hebben we abusievelijk dit oude