2119 18 NOVEMBER 1976. zijn, en anderzijds de complexen van de gemeente, die veelal al langer bestaan. Wanneer men echter in een complex als geheel op basis van vrijwillig heid en met de bereidheid tot het betalen van een hogere huur een verzoek in deze richting doet en wanneer het complex het treffen van de verlangde voorzieningen technisch mogelijk maakt, hebben wij daar, zoals gezegd, geen moeite mee, hetgeen in overeenstemming is met het standpunt dat de raad in het verleden heeft ingenomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethou ders besloten. Gecombineerd worden aan de orde gesteld: 17. bijlage nr. 346 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT NIVELLERING VAN DE NEGATIEVE ONDERHOUDSFOND- SEN VAN ENKELE VOOROORLOGSE WONINGCOMPLEXEN VAN HET WONINGBEDRIJF A. (D) 18. bijlage nr. 347 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET UITVOEREN VAN ONDERHOUDSWERKEN AAN HET COMPLEX 92 WONINGEN AAN DE EDISONSTRAAT E.O. (D) Mevrouw PAULUSSENIk heb de wethouder dinsdag in kennis gesteld van het standpunt dat door onze federatie van fracties over deze voorstellen is in genomen. Tijdens de begrotingsbehandeling en tijden de vergadering van de commissie openbare werken d.d. 27 oktober j.l. heeft de wethouder ons uitvoe rig over de problematiek van renovaties en onder houd geïnformeerd. Hij heeft toegezegd dat in het voorjaar aan de raad een nota zal worden voorge legd met voorstellen tot het formuleren van beleids uitgangspunten aan de hand waarvan voor de toekomst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2119