12 FEBRUARI 1976 211 wethouders besloten, onder aantekening dat de he ren Dreef, Hendriksen, Martens, Oomen, Welschen, Beckers en Brummelkamp, mevrouw Stutterheim-Ede- ling, de heren Houben en Kaarsemaker geacht willen worden te hebben tegengestemd. 12. bijlage nr. 45. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN AANVULLEND BUDGET AD 620.400,AAN DE DIENST VOOR JEUGD EN SPORT VOOR 1975 IN VERBAND MET HET NIET ONTVANGEN VAN RIJKSSUBSIDIE TEN BEHOEVE VAN HET JEUGD- EN JONGEREN CENTRUM EN HET JONGEREN ADVIES CENTRUM. De heer VAN DONGEN: De C.D.A.-fractie wil bij dit voorstel even stil staan. Zojuist is er al een opmerking over gemaakt. Wij weten nu zeker dat het ministerie van C.R.M. over 1975 geen sub sidie verstrekt. Wanneer wèl rijkssubsidie wordt gegeven, is nog niet bekend. Al met al is het vooruitzicht voor de gemeente niet prettigDe huidige regeling heeft wel een beleidsplan en be leidsnota's, maar het vertalen in geld blijkt ook daar zeer moeilijk te zijn. Onze fractie is van oordeel dat wij in deze materie nog geen oplossing hebben bereikt. Wij staan immers altijd voor de volgende keuze. Men kan op de eerste plaats constateren dat het werk belangrijk is en dat het de taak van de gemeente is het te bevorderen; daarvan uitgaande kan men van mening zijn dat de gemeente maar moet subsi diëren en dat de rijkssubsidie dan wel zal komen. Het begint er echter op te lijken dat dit minis terie, als de gemeente subsidieert, het laat af weten. Het staat niet te springen, wèl vaak op springen! De tweede mogelijkheid is dat men wacht totdat er omtrent de rijkssubsidie zekerheid be staat. Dit is evenwel in het belang van het werk bijna onmogelijk. De C.D.A.-fractie is met het ter tafel lig-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 211