18 NOVEMBER 1976. 2124 in een debat over het onderhoud en het opknappen. Door de discussie van toen en nu is bijlage nr. 346 een financiële aangelegenheid geworden en er is de laatste tijd in dezen een grote verscheidenheid van informatie losgekomen, onder meer, zoals ik ook tij dens de begrotingsbehandeling heb opgemerkt, bij de rekeningscontrole. Toen ik bijlage nr. 346 las, kwam ik tot de conclusie dat dit onderwerp bij die problematiek thuis hoorde. Voordat we nu weer iets gaan doen dat we later moeten herstellen, zouden we mijns inziens dit voorstel even moeten aanhou den. Ik geloof dat er geen enkele reden is om snel tot de voorgestelde nivellering over te gaan. Na tuurlijk moet er dekking zijn: als de gemeente uit gaven heeft gedaan, zal zij het geld ergens vandaan moeten halen, maar er is een grote verscheidenheid van mogelijkheden om een en ander in kannen en krui ken te brengen, terwijl de situatie zich thans nog enigszins als een warwinkel voordoet. Met het oog daarop hebben wij voorgesteld agendapunt 17 aan te houden en in de beschouwingen te betrekken als er wat meer duidelijkheid is. Wethouder VAN DUN: In eerste termijn heb ik een omissie begaan. In het kader van de bilaterale contacten tussen leden van de raad en leden van het college die zich voordoen en die best mogen worden vermeld, moet ik erop wijzen dat mijn partijgenoot de heer Van Banning mij op een tekortkoming in bij lage nr. 347 heeft gewezen. In de laatste regel van blz. 1 wordt 16 B.T.W. vermeld en de heer Van Banning heeft mij terecht doen weten dat dit naar zijn mening 18 moet zijn. Hij heeft daar volstrekt gelijk in en het excuus, dat wij kunnen aanvoeren is dat het voorstel, ondanks de secreta riedatum die erboven staat, van vóór 1 oktober da teert en dat derhalve het 16 %-tarief is gehanteerd. Als de raad het voorstel aanvaardt en we gaan met terdaad uitgaven doen, dan vallen we in het 18 %-tarief. Ik weet niet of daarvoor een aanvullend

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2124