2127 18 NOVEMBER 1976. hier dus op evaluatie van de situatie, bijvoorbeeld na enige maanden. De heer VAN ASSELDONK: De heer Houben heeft reeds over het overleg met de bewoners gesproken. Wij gaan ervan uit dat, zoals in de Dahliastraat, de Resedastraat en de Groen van Prinstererstraat is gebeurd, zo veel mogelijk alle bewoners bij de gang van zaken zullen worden betrokken. Ik zou de wet houder twee vragen van financiële aard willen stel len. a. In hoeverre zijn er in de loop van 1976 reeds uitgaven ter verbetering van het woon- en leefmilieu gedaan, waarbij de kosten ten laste van het onderhoudsbudget zijn gebracht? b. In hoeverre worden deze kosten alsnog ten laste van het nu te voteren budget overgeboekt? Wij vinden het tijdstip waarop dit voorstel ons bereikt eind 1976 erg laat, want het jaar is bijna voorbij Wethouder VAN DUN Het lijkt mij het gemakke lijkst te beginnen met de beantwoording van de vra gen van de heer Van Asseldonk. Hij heeft gevraagd of er in 1976 kosten ten laste van het onderhouds budget zijn gekomen. Dat is voor wat betreft de ac tiviteiten die thans aan de orde zijn, niet het ge val, maar men moet bedenken dat hier twee budgetten van zowel de dienst beplantingen als de dienst openbare werken in het geding zijn, want het betreft hier bestratingen en groen. Een aantal activiteiten in een soortgelijke richting als het streven dat in dit voorstel wordt geëtaleerd, is reeds in het herbestratingsplan opgenomen en zal daar in blijven staan. Op de tweede plaats moet worden gewezen op de activiteiten die met gebruikmaking van de onder- houdsfondsen van beplantingen worden uitgevoerd en die eveneens op de in het voorstel bedoelde voor zieningen lijken; ook de activiteiten blijven op de oorspronkelijke plaats staan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2127