18 NOVEMBER 1976. 2130 daarvoor tijdens de reconstructie een oplossing te vinden? Wethouder VAN DUN: Ik zou de vragen van de heer Lambregts inzake overlast voor bedrijven en het ver zekeren van de doorgang voor agrariërs in de rich ting van de veiling tegelijk willen beantwoorden. Mij is van de zijde van de dienst openbare werken verzekerd dat te dien aanzien adequate maatregelen zullen worden getroffen. Ten aanzien van eventuele verkeerslichten op de kruising Flierstraat/Mastbosstraat heeft ons zo wel van de politie als van de verkeersafdeling het advies bereikt dat ook na de reconstructie de nood zaak tot het plaatsen van verkeerslichten niet aan wezig zal zijn. Uiteraard geldt de toezegging, ook in vergelijking met andere punten in Breda, dat de ontwikkeling op deze plaats op de voet zal worden gevolgd, maar het is nog niet duidelijk of tot de plaatsing van verkeerslichten zal worden overgegaan. De heer LAMBREGTS: Het antwoord van de heer Van Dun op mijn vraag over de kruising is vrij lo gisch, maar ik heb er speciaal op gewezen dat zich in verband met het oversteken van kinderen problemen zouden kunnen gaan voordoen. Ik meen dat er volgens de plannen in Princenhage-West II enkele scholen zullen worden gebouwd en voor zover ik weet zullen kinderen die nu in het Heuvelkwartier en omgeving naar school gaan, in de toekomst voor het bezoeken van scholen op Princenhage-West II aangewezen zijn. Voordat er problemen gaan ontstaan, zal men dit aspect mijns inziens moeten onderkennen. Wethouder VAN DUN: Het is mij niet bekend dat er scholen in Princenhage-West II komen. De heer LAMBREGTS: I.' Wethouder VAN DUN: U zei "II", maar in Princen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2130