2133 18 NOVEMBER 1976. hierover in de toelichting op het ontwerp van wet n op het basisonderwijs van minister Van Kemenade wordt opgemerkt. In artikel 29 van het wetsvoorstel 1 wordt bepaald dat het openbaar onderwijs bijdraagt c aan de ontwikkeling van de leerlingen met inachtne- ming van hun levensbeschouwelijke verscheidenheid. v In de toelichting staat hierover: "Enerzijds komt 1 het beginsel van de neutraliteit van het openbaar onderwijs (artikel 208 van de Grondwet) tot uit- c drukking door rekening te houden met de levensbe- c schouwelijke verscheidenheid, terwijl anderzijds c positief aan die levensbeschouwelijkheid aandacht c geschonken dient te worden.Daarom gaan het gods dienstonderwijs en de humanistische vorming aan de openbare scholen deel uitmaken van het schoolonder wijs in de zin der wet. Artikel 31 bepaalt: "Met toestemming van het bevoegd gezagin dit geval burgemeester en wethouders kan per soneel der school voor het geven van godsdienston derwijs worden aangewezen." Te dezer zake wordt in de toelichting opgemerkt dat dit bij het kleuter onderwijs nu al mogelijk is. Artikel 17 van de kleuteronderwijswet spreekt hierover duidelijke taal Dit is wat ons te wachten staat wanneer het wetsontwerp in dit opzicht ongewijzigd wordt aange nomen. Het ziet er niet naar uit dat hierin veel zal worden veranderd en dat is voor ons een reden te meer om het voorstel van het college te steunen. Mevrouw KOEK-VAN MERKOM: Het voorstel inzake godsdienstonderwijs is in mijn fractie onderwerp van uitvoerige discussie geweest, niet omdat we te gen godsdienstonderwijs zijn, maar omdat we van me ning zijn dat dit onder de verantwoordelijkheid van ouders en kerk valt. Zo is het ook in de loop der jaren geweest: de ouders waren lid van de kerk en de kerk verzorgde kosteloos het godsdienstonder wijs. Nu de kerk zowel wat mankracht als wat finan ciën betreft geen godsdienstonderwijs op de oude

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2133