2135 IS NOVEMBER 1976. Het komt mijn fractie vreemd voor dat in het concept-besluit de Stichting Dekenaat Breda expli ciet wordt genoemd, terwijl de subsidie-mogelijkhe den voor alle kerkelijke gezindten en voor het Hu manistisch Verbond geldt. Mevrouw GIEBELS-SPRENGERSIn de commissie on derwijs is over dit onderwerp twee maal gediscussi eerd. Van de kant van onze fracties werd toen be toogd dat uit het voorstel blijkt dat de schoolraad niet is gehoord en derhalve geen advies heeft uit gebracht. Ook vroegen wij ons af of door het toe kennen van deze subsidie geen precedent ten opzich te van andere onderwijstypen wordt geschapen. Met betrekking tot de vergoeding van godsdienstonder wijs bestaat geen wettelijke regeling. Door ons werd informatie ingewonnen bij onder meer de Alge mene Bond voor Onderwijzend Personeel en bij de Vereniging voor Openbaar Onderwijs. Bij deze in stellingen was men van mening dat deze subsidiëring merkwaardig moet worden genoemd en ten opzichte van landelijke regelingen onjuist is. Van andere zijde bereikte ons echter een positievere benade ring, waarbij naar voren kwam dat het project meer wordt gericht op de maatschappelijke bewustwording, hetgeen wij zinvol vinden. Voorts zijn onze frac ties uitvoerig voorgelicht door één van de districts catecheten, die iets over zijn werk heeft verteld. In het voorstel van het college kunnen wij duide lijk lezen dat een eventuele aanvraag van het open baar onderwijs om subsidiëring van godsdienstonder wijs of humanistische vorming zal worden gehonoreerd Wij zijn ervan uitgegaan dat dit laatste een waar borg is ten aanzien van gelijkberechtiging van open baar en bijzonder onderwijs. Na uitgebreide discussie heeft de federatie van fracties van P.v.d.A. en P.P.R. besloten vóór het voorstel te stemmen, vooral op grond van de overweging dat door de uitvoering van dit voorstel inhoudelijke vernieuwingsprocessen in het onderwijs

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2135