18 NOVEMBER 1976. 2144 dat er binnen de voorgestelde tarievenverhoging sprake van zo grote verschillen is. Het gehele ta- rievenbeleid dient naar onze mening op zeer korte termijn aan een nadere beschouwing te worden onder worpen. Ik ben benieuwd naar de visie van de wet houder in dezen. Er blijven voor ons enkele punten over waar mee wij moeite hebben. Met betrekking tot de tarie ven voor de tennisbanen zijn wij ervan overtuigd dat de beoefenaars van de tennissport de tarieven beter kunnen opbrengen dan de beoefenaars van andere sporten. Bovendien achten wij het niet juist dat is in de gecombineerde commissievergadering van september en in de begrotingsvergaderingen al ge zegd de tarieven voor het sportcomplex "Wisse laar" op dit ogenblik te verhogen. Ik heb er geen zin in alle argumenten die daarbij voor ons gelden nog eens te noemen. De redenen waarom wij tegen die tariefverhoging zijn, zijn naar ik meen voldoende bekend. Het preadvies over deze problemen, dat voor december is toegezegd, zien wij dan ook met belang stelling tegemoet. Gezien het feit dat er een pre advies op komst is, zullen wij ons thans niet tegen de tariefverhoging voor het sportcomplex "Wisselaar" verzetten, maar wij behouden ons het recht voor om, als blijkt dat er geen reële oplossing is gevonden, dit onderwerp opnieuw aan de orde te stellen en er dan een hard standpunt over in te nemen. Wethouder VAN GRAAFEILAND: De heren Lambregts en Martens hebben in feite dezelfde vragen gesteld. Ik zal in de eerste plaats op de gymzalen ingaan, in verband waarmee de heer Martens de concrete vraag heeft gesteld of ik het met de visie van de Sport stichting eens ben. Ik moet daarop mede naar aanleiding van opmerkingen van de heer Lambregts ontkennend antwoorden. Waarom ben ik het nu niet met de visie van de Sportstichting eens? We zullen het erover eens zijn dat er een tariefverhoging van 8,50 tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2144