2147 18 NOVEMBER 1976. het voorstel inderdaad niet verhoogd. Ik ben het met de heer Martens volstrekt oneens dat er van de tennisbanen een categorie van de bevolking gebruik zou maken die de tarieven veel gemakkelijker zou kunnen betalen dan andere categorieën. Landelijk zijn er ongeveer 425.000 tennissers: dit is de grootste groeiende groep onder de sportende Neder landers, aangezien er per jaar 12,5 bij komt. Ge meten naar het aantal is het tennis de derde sport die in Breda wordt bedreven, vóór hockey en na gymnastiek en voetbal. Het merkwaardige is dat het aantal voetballers verleden jaar is toegenomen met 2 het aantal tennissers met 10,5 het aantal hockeyers met 15 en het aantal volleyballers met 19 Het wil er bij mij niet in dat hier uit sluitend leden van een bepaalde bevolkingsgroep in het geding zouden zijn, die meer zouden kunnen be talen dan anderen. Tennis wordt een volkssport en het is van het grootste belang dat hier de tarieven niet van doorslaggevende betekenis gaan worden voor het al dan niet bedrijven van een bepaalde sport. Ik meen dan ook dat het college volkomen terecht voor de tennisbanen geen verhoging heeft willen voorstellen. Tot slot iets over de tarieven voor "Wisse laar". Ik heb begrepen dat de heer Martens het voor stel wil steunen, hetgeen mij verheugt. Hij heeft de argumenten op grond waarvan naar zijn mening de tarieven voor "Wisselaar" niet zouden moeten wor den verhoogd, niet opgesomd en ik zal dan ook niet ingaan op de argumenten die mijns inziens voor het tegendeel pleiten. De heer LAMBREGTS: Ik dank de wethouder voor zijn duidelijke uiteenzetting, vooral ten aanzien van de verhoging met 17,5 waarmee wij enige moeite hadden. Ook wij zijn het totaal oneens met de opmerkingen van de heer Martens over de tennis sport. In de commissie is zelfs voorgesteld de gym zaaltarieven lager vast te stellen en dit te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2147