2161 18 NOVEMBER 1976. gezien maar in ieder geval ligt er nu ook een zeer recent advies van de consulent voor de akker bouw en rundveehouderijdat tot verlening van de vergunning zou moeten leiden. Ook ik kan de beide adviezen niet exact met elkaar vergelijken en ik vind het moeilijk tot een beslissing te komen. Zo als ik in eerste termijn al heb gezegd, zou ik graag het recht van de twijfel willen laten spre ken Ik hoop dat het laatste woord ook inderdaad aan de gehéle raad is en ik zou de linkse fracties willen vragen hun standpunt te bepalen. De heer HOUBEN: Het is een moeilijk geval waar we straks over moeten gaan stemmen. De federatie van fracties van P.v.d.A. en P.P.R. heeft zich langdurig beraden en er zijn contacten met de be trokkene geweest. In eerste termijn hebben we niet aan de discussie deelgenomen om te luisteren of er van verschillende kanten nog nieuwe argumenten naar voren zouden komen. In ons beraad is overwo gen dat deze kwestie een twijfelgeval is waarbij twee belangen in het geding zijn: een persoonlijk belang en een gemeenschapsbelang. Bij ons is de afweging uitgevallen in de richting van het ge meenschapsbelang, zoals misschien al uit onze op stellingen inzake het bestemmingsplan Landelijk Gebied te proeven was. De doorslag heeft voor ons gegeven dat er herhaalde malen contacten met de adviescommissie agrarische bouwaanvragen zijn ge weest. Het feit dat de adviescommissie ondanks herhaalde contacten bij haar oorspronkelijk oor deel is gebleven, heeft ons uiteindelijk doen be sluiten met het voorstel mee te gaan. Wethouder VAN DUN: Ik geloof dat er niet veel nieuwe feiten zijn waarop ik zou kunnen ingaan. Ik heb respect voor de opstelling van iedereen in de raad en ik meen dat men de vrijheid moet hebben daarover te spreken. Bij de opmerkingen van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2161