18 NOVEMBER 1976.
2170
beetje op de toer van een ontwikkelingsbeleid moet
gaan: als je bepaalde veranderingen wil die je niet
meteen op grote schaal kan aanpakken, moet je er
gens proberen te beginnen. Dat zou een startpunt
kunnen zijn. Overigens blijkt dat "ergens beginnen",
wanneer we op de bibliotheek lettenal van de kant
van de landelijke overheid te zijn gebeurd. Enkele
jaren geleden was staatssecretaris Vonhoff van plan
de contributie voor de bibliotheek op 100,per
gezin te brengen, terwijl op dit ogenblik het be
leid van dien aard is dat bibliotheken eigenlijk
vrijwel gratis worden.
Het tweede argument dat de wethouder heeft
aangevoerd, houdt in dat alleen de landelijke over
heid over dit soort zaken zou kunnen beslissen.
Wethouder SANDBERG: Ik heb gezegd dat het rijk
de eerst verantwoordelijke is!
De heer HENDRIKSENInderdaad. In eerdere be
schouwingen over dit onderwerp heb ik al gezegd dat
Breda als zelfstandige gemeente, uiteraard in re
latie met wat er landelijk gebeurt, een eigen ver
antwoordelijkheid heeft. Een dergelijke discussie
hebben we bijvoorbeeld over de ontwikkelingshulp
gevoerd. Breda kan die eigen verantwoordelijkheid
ook hebben, omdat zeker op het gebied van cultuur
en welzijn de huidige tendens neerkomt op decentra
lisatie en bevordering van gemeentelijke initiatie
ven die aansluiten op wat er in de eigen gemeente
gebeurt. Een ontwikkeling in die richting zouden
wij toejuichen.
Naar aanleiding van het argument van de wet
houder onder 3. wijs ik erop dat thans reeds de si
tuatie bestaat dat in sommige gemeenten bepaalde
principes anders worden gehanteerd dan in andere
gemeenten. Ik denk dat daarbij ook een politiek as
pect in het geding is, dat niet onder stoelen of
banken gestoken hoeft te worden. In ieder geval is
een verschil in het hanteren van regels niet per