2171
18 NOVEMBER 1976.
definitie fout. Wat er gebeurt is vaak een gevolg
van van plaatselijke situaties. Als er tussen mu
ziekscholen onderling verschillen ontstaan, zal naar
ik verwacht ook daar de discussie op gang moeten
komen over de wijze waarop een muziekschool zou
moeten functioneren. Het belang daarvan wordt ook
tot uiting gebracht in de kunstnota die door minis
ter Van Doorn is gepubliceerd: in die nota wordt
opgemerkt dat men het wat de muziekscholen betreft
in deze richting zal moeten gaan zoeken, hetgeen
overigens niet inhoudt dat de verantwoordelijkheid
van de overheid meteen van tafel wordt geveegd. Een
muziekschool is in het geheel van het kunstbeleid
een enigszins marginaal instituut, dat in het ver
leden weinig aandacht heeft gekregen. Juist wanneer
Breda in dezen een initiatief ontplooit, kan er
naar onze mening meer aandacht voor dit onderdeel
van de cultuur komen, terwijl er bovendien een
goede wisselwerking kan ontstaan met de landelijke
overheid waaraan men best eens met enige klem dui
delijk zou mogen maken dat muziekscholen tot nu toe
vrij stiefmoederlijk bedeeld zijn geweest. Het is
in dat verband echter niet voldoende af te wachten
wat de centrale overheid doet om dat vervolgens
óók te gaan doen. Er is wel degelijk een aanpak
vanuit Breda zelf nodig, teneinde te laten zien
in welke richting wij met het muziekonderwijs zou
den willen gaan.
De wethouder heeft betoogd dat door een beleid
in de door mij bepleite richting bepaalde voorwaar
den om zeep zouden worden geholpen, waarbij hij
heeft verwezen naar de cultuurnota die daardoor on
dersteboven zou worden gekeerd. Voorzover ik een
en ander tot nu toe heb begrepen, staat er in de
cultuurnota wel degelijk dat alle sectoren van de
cultuurbehartiging belangrijk zijn en dat er in al
die sectoren een fundamentele democratisering zou
moeten plaatsvinden. Wanneer men werkelijk wil de
mocratiseren, zou men mijns inziens één van de aan
grijpingspunten kunnen vinden in een draagkracht-