2175 18 NOVEMBER 1976. er wordt geboden niet hoog en wij menen dat zij geen drempel vormen. Het moet inderdaad mogelijk zijn dat op de muziekschool aan mensen uit alle bevolkingsgroepen les wordt gegeven, maar ik meen dat deze mogelijkheid reeds bestaat. Over het draagkrachtbeginsel hebben we al vaak gesproken, bijvoorbeeld in verband met de zwembaden en het zojuist door de heer Ten Wolde ge noemde spoorkaartje. Misschien kan de heer Hendrik sen eens in eigen gelederen beginnen. Ik denk dan aan de Werkgroep Richting: gebleken is dat al die mensen die van de diensten van de kosmopolitiek vormingswerker gebruik maken, totnogtoe daarvoor niet één cent op tafel hebben gelegd. Als we daar nu eens met de toepassing van het draagkrachtbegin sel zouden beginnen, zien we in de toekomst geen subsidie-aanvraag van de Werkgroep Richting.' In de motie staat dat "het draagkrachtbegin sel elders naar tevredenheid functioneert". De V.V.D.-fractie in Teteringen heeft indertijd met pijn in het hart met het draagkrachtprincipe inge stemd, omdat er anders helemaal geen muziekonder wijs in Teteringen zou zijn. Dit laatste heeft men het zwaarste laten wegen en daarom is men in Tete ringen met het draagkrachtbeginsel akkoord gegaan, maar men is daar niet gelukkig mee. Mijn fractie zal tegen de motie stemmen. De VOORZITTER: We houden het bij Breda en bij de schoolgeldverordening stedelijke muziekschool. Wethouder SANDBERG: Ik wil enkele korte kant tekeningen maken. Met de heer Hendriksen ben ik het volkomen eens dat het uitgangspunt van de mo tie een andere politieke opvatting is. Voor mij wordt echter het uitgangspunt gevormd door het voorwaardenbeleid dat door de raad is aanvaard en in de cultuurnota is neergelegd. Natuurlijk kan er op grond van de motie een startpunt worden gevon den, maar dat moet niet het startpunt van een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2175