2177
18 NOVEMBER 1976.
inkomstenbelasting de democratie in Nederland heeft
bevorderd.' Ik heb dat niet kunnen constateren,
maar misschien moeten we daar nog eens uitvoerig
over discussiëren.
Tot slot nog iets over de motie. Ik ben blij
dat de heer Visser zich door mijn argumenten heeft
laten overtuigen. Door het aannemen van de motie
wordt niet alleen maar een uitnodiging aan het col
lege onderschreven, maar er staan in de motie vele
overwegingen die ten principale door het college
worden verworpen.
De motie van de heer Hendriksen wordt hierna
in stemming gebracht en met 24 tegen 11 stemmen
verworpen
TEGEN hebben gestemd: de heren Van Dun, Broe
ders, Van den Wijngaard, Van Duijl, Ten Wolde, De
Raaff en Sandberg, meVrouw Koek-van Merkom, de he
ren Van Graafeiland, Kramer, Lambregts, Visser,
Taks, Van Banning, Van Asseldonk, Suurmeijer,
Eissens, Veelenturf en Goos, mevrouw Van Rooij-van
den Heuvel, de heren Koertshuis, Geene, Gielen en
Van Dongen.
VOOR hebben gestemd: de heren Dreef, Oomen en
Crul, mevrouw Paulussen, mevrouw Stutterheim-Ede-
ling, de heren Kaarsemaker, Hendriksen, Houben en
Martens, mevrouw Giebels-Sprengers en de heer Pa-
quay.
Tijdens de stemming was de heer Welschen niet
aanwezig.
De VOORZITTER: Wenst men stemming over het
voorstel van b. en w.
De heer HENDRIKSEN: De federatie van fracties
van P.v.d.A. en P.P.R. wil geacht worden te hebben
tegengestemd.