9 DECEMBER 1976
2187
raadsleden van de randgemeenten en van Breda ten
slotte werd afgezien van annexatie en de voorkeur
werd gegeven aan de door Prinsenbeek voorgestelde
oplossing: vrijwillige gebiedsoverdracht door deze
gemeente aan Breda. Nog steeds zijn wij ervan
overtuigd dat deze oplossing om allerlei redenen
een betere was dan gedwongen annexatieNogmaals
mag erop worden gewezen dat de P.v.d.A. het hier
mee volledig eens was, zoals bijvoorbeeld blijkt
uit hetgeen de heer Crul in de raadsvergadering
van 25 mei 1974 blz. 518 van.de notulen van die
vergadering namens de P.v.d.A.-fractie heeft
gezegd
Vandaag past het ons onze erkentelijkheid te
betuigen aan de gemeente Prinsenbeek, aan de be
volking van Prinsenbeek, voor het toen gemaakte
grootse gebaar. De verslechterde verhoudingen tus
sen Breda en de randgemeenten zijn daarna omgesla
gen in betere verhoudingen, zoals het goede buren
betaamt. Dit heeft onder meer het stadsgewestelijk
samenwerken mogelijk gemaakt.
De door b. en w. gekozen moderne aanpak had
als resultaat een structuurplan dat uniek in Ne
derland kan worden genoemd en dat een eervolle
vermelding van de minister van volkshuisvesting
kreeg. Wij hebben van onze kant waardering voor de
realiteitszin van deze minister. Het plan is
dat kon niet anders met veel barensweeën tot
stand gekomen; zo is tussen het college en de ste-
debouwkundige adviesraad een misverstand of me
ningsverschil gerezen dat, hoe men het ook wil
noemen, door mijn fractie in hoge mate wordt be
treurd. Het kan en mag naar onze mening geen aan
leiding zijn tot een onherstelbaar conflict. Er
zullen aan de kant van het college wellicht mense
lijke fouten zijn gemaakt, aan de kant van de
St.A.R. zal men toch ook de nodige zorgvuldigheid
moeten betrachten. Het moet, zoals mijn fractie
genoot Van Duijl in de raadsvergadering van 24 ap
ril 1975 zei, niet zo zijn dat de St.A.R. te star
wordt. Ook toen al werd beweerd dat de raad te