9 DECEMBER 1976
2189
groeibrieven van het provinciaal bestuur gaan dan
uit en tenslotte wordt als gezamenlijk standpunt
van gedeputeerde staten, de randgemeenten en Breda
naar buiten gebracht dat de Haagse Beemden zo snel
mogelijk moeten worden ontwikkeld. Inmiddels heeft
de gemeenteraad van Prinsenbeek een bestemmings
plan voor dit gebied goedgekeurd.
Op dat ogenblik had Breda al kunnen gaan bou
wen in het gebied dat vanavond aan de orde is. De
verhoudingen in onze gemeenteraad lagen toen an
ders dan nu en ik denk dan ook dat de besluitvor
ming zich zonder problemen zou hebben voltrokken.
Terug naar de gebeurtenissen van 1974. Het
college vindt dat de raad van Breda intensief bij
dit zo belangrijke bouwproject op Bredaas gebied
moet worden betrokken en als dank voor dit lof
waardig streven wordt het daarna geconfronteerd
met de ene vertragingsactie na de andere van de
kant van een politieke partij in deze raad die in
de oude samenstelling vóór de ontwikkeling van de
Haagse Beemden was maar zich in de nieuwe samen
stelling tegen de plannen voor dit gebied keert:
een wispelturig gedrag voor een politieke partij
niet erg duidelijk en niet consistent in de be
sluitvorming. Nog merkwaardiger en onbegrijpelij
ker wordt de gekozen opstelling als blijkt dat de
denkwijze van de Bredase P.v.d.A. een andere is
dan die van de P.v.d.A. op landelijk niveau. Wel
licht is dit te wijten aan een onevenwichtig grote
invloed van de P.P.R. in het samenwerkingsverband.
Wij denken dat er een te hoge prijs voor de samen
werking is betaald. Hoe is deze ommezwaai anders
te verklaren?
Het besluit van b. en w. tot het opnieuw be
spreekbaar maken van de Haagse Beemden-plannen
heeft in ieder geval tot gevolg gehad dat wij
thans te beslissen hebben over een structuurplan,
gegroeid en opgesteld door de zogenaamde stuur
groep onder voortreffelijke begeleiding van de
heren Tummers en Maas.
Inmiddels is een ieder duidelijk geworden dat