2194
9 DECEMBER 1976
deeld, want wij zijn liever doorstroming binnen
onze eigen gemeente dan een te groot vertrek uit
onze gemeente, zoals zich op het ogenblik voor
doet. Bovendien is er een vrij grote groep bewo
ners die erg hokvast is; van zulke bewoners die
aan hun eigen straat en hun eigen buurt gehecht
zijn, kennen wij voorbeelden te over. Ik denk in
dit verband aan renovatie-projecten waarbij de be
woners liever kiezen voor een gerestaureerd huis
dan voor een gloednieuw huis in een andere wijk.
Voorts zijn er nog vrij veel mensen die het wonen
in de binnenstad verkiezen boven het wonen in de
buitenwijken. Als het lukt de oude stad op het
peil te brengen dat we ons thans voorstellen, zal
naar wij verwachten de animo voor het wonen in de
binnenstad toenemen.
Ik kom toe aan enkele opmerkingen over de
werkgelegenheid. In de Haagse Beemden liggen de
eerste werkterreinen al gereed en de eerste vesti
gingskandidaten hebben zich al gemeld. Dat is zeer
bemoedigend. Wij zijn van mening dat met betrek
king tot de beschikbaarheid van de werkterreinen
een voortdurende aandacht vereist is. Weliswaar
hebben wij in een aanzienlijke reductie van de be
schikbare oppervlakte toegestemd, maar dit is geen
standpunt voor nu en voor de toekomst, want het
zou best wel eens kunnen zijn dat van Breda zal
worden gevraagd een groter aandeel in de opvang
van de industrie in West-Brabant te leveren. In
een wat groter verband lijkt het zeker niet uit
gesloten dat Breda meer zou kunnen en moeten doen
en de oppervlakte aan terreinen zou daar dan niet
mee in overeenstemming zijn. Wij zouden het op
prijs stellen te vernemen of de inzichten van b.
en w. de laatste maanden nog zijn gewijzigd.
De verkeers- en vervoersproblemen zijn niet
uitsluitend Bredase aangelegenheden. Het is ons
bekend dat de randgemeenten over dit onderwerp
graag met het college in gesprek willen blijven;
dit geldt in het bijzonder voor het viaduct bij
Prinsenbeek en de brug bij Terheijden. De minister