9 DECEMBER 1976
2195
heeft beide objecten buiten de eerste subsidietoe
zegging gehouden. Wij menen dat hij een mogelijk
heid tot nader overleg open heeft gehouden door te
stellen dat uit nadere bestudering moet blijken
dat deze verbindingen de belangen van het Haagse
Beemden-gebied overstijgen, dus van meer dan loka
le betekenis zijn.
Een andere kwestie wordt gevormd door de ge
projecteerde recreatie tegenover de Molenpolder
van Terheijden en de daar volgens de plannen gesi
tueerde jachthaven. Wij hebben begrepen dat de ge
meente Terheijden hiertegen geen officieel bezwaar
heeft ingediend, maar dit punt wèl als een onder
werp van nader overleg bij het gemeentebestuur van
Breda heeft gedeponeerd. We gaan ervan uit dat
hieraan door b. en w. de nodige aandacht zal wor
den geschonken.
Jammer vinden we het dat we vanavond de in
richting en het beheer van het buitengebied niet
in de besluitvorming kunnen betrekken. Hadden we
die mogelijkheid wèl gehad, dan zou het structuur
plan completer zijn geweest terwijl het financiële
overzicht en inzicht een afgerond geheel voor het
totale plan zouden hebben gevormd. We hebben er
echter begrip voor dat dit omvangrijke werk de no
dige tijd en bezinning vraagt. Het college heeft
ons toegezegd eind 1977 een afgerond rapport aan
de raad te zullen presenteren.
Wij willen nog eens extra de aandacht van het
college vragen voor de zorgen van de huidige bewo
ners over de inrichting van het buitengebied. Mijn
fractiegenoot de heer Goos heeft hier al in de ge
combineerde commissievergadering over gesproken,
maar mijn fractie wil het college vanavond nog
eens op het hart binden: "Laat de onzekerheid
waarin deze mensen al zo lang leven, alstublieft
niet te lang duren!"
Ik ga over naar de procedure. In de stukken
heb ik gelezen dat in overleg met het provinciaal
bestuur is gekozen voor de korte artikel 19-proce-
dure. Aan deze procedure kleven allerlei bezwaren;