2196 9 DECEMBER 1976 wij onderschrijven de nadelen van deze procedure en zouden haar dan ook liever niet voor de gehele Haagse Beemden toegepast willen zien. Toepassing van de artikel 19-procedure achten wij een aan vaardbare oplossing in bepaalde situaties, zoals bijvoorbeeld de onderhavige. Het structuurplan, waarin de uitgangspunten voor de verdere planont wikkeling zijn vastgelegd, is gereed en er is dus wel degelijk gelegenheid tot het maken van opmer kingen over deze uitgangspunten geweest. Hoewel wij in algemene zin voorstanders van inspraak zijn, zien wij niet goed in wie er over detailza ken zou moeten "inspreken". In deze raad wordt steeds betoogd dat de bewoners over hun eigen woonomgeving moeten meedenken, waarbij zelfs het woord "meebeslissen" wel wordt gebruikt. In aan sluiting hierop zou voor de Haagse Beemden aan in spraak van de toekomstige bewoners moeten worden gedacht, maar aangezien de toekomstige bewoners onbekend zijn, zouden wij niet weten hoe men de rechtszekerheid van onbekenden gestalte zou moeten geven. In verband met het nemen van een voorberei- dingsbesluit voor het omlijnde gebied is in mijn fractie onduidelijkheid blijven bestaan over de vraag in hoeverre de raad nog bij het tweede en derde woongebied zal worden betrokken. Wellicht wil het college daarover nog eens zijn gedachten uitspreken, want deze onduidelijkheid bestaat blijkbaar ook bij de oppositiepartijen: blijkens hun alternatieve voorstel verkeren zij in de ver onderstelling dat het om het gehele Haagse Beem den-gebied gaat. Ik verwijs in dit'verband naar punt 2.5 van het alternatieve voorstel. Tot slot zou ik nog enkele opmerkingen over het voorstel van de P.v.d.A.- en de P.P.R.-fractie willen maken. Met opzet heb ik dit zojuist een al ternatief voorstel genoemd, omdat ik niet inzie dat voornoemde fracties een initiatief hebben ge nomen. Uit de discussies in de adviescommissies is gebleken dat de feitelijke weerzin van deze frac ties tegen het Haagse Beemden-plan voortspruit uit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2196