2206
9 DECEMBER 1976
het stedelijk gebied van de stad hoort staat of
valt met de manier waarop de betrokken wijk tegen
de stad is aangebouwd. Zoals wij verscheidene ma
len hebben betoogd, zouden er onzes inziens in de
richting van Tuinzigt en Princenhage mogelijkhe
den moeten zijn om de aansluiting met de stad tot
stand te brengen. In het raadsvoorstel worden de
adviezen van de St.A.R. waarop nog wel zal wor
den ingegaan en de bezwaarschriften nogal la
coniek afgedaan. Dit moet voor beide partijen
toch wel een enigszins onthutsend gegeven zijn.
Het initiatief-voorstel legt een aantal ac
centen waar deze naar onze mening zouden moeten
liggen, niet alleen met het oog op de situatie
van dit ogenblik maar vooral ook gericht op de
ontwikkelingen die nog te verwachten zijn. In het
initiatief-voorstel wordt het beleid op het gebied
van de ruimtelijke ordening meer in het maatschap
pelijk gebeuren ingepast. Het ruimtelijke-orde-
ningsbeleid moet een gegeven zijn waarvan gebruik
wordt gemaakt om er politieke opvattingen in ken
baar te maken. Maatregelen voor het opheffen van
de woningnood de heer Geene heeft op dat punt
wel enige duidelijkheid geschapen worden in
feite in het voorstel van b. en w. gemist. Het is
onduidelijk waar nu eigenlijk aan wordt begonnen,
maar in ons initiatief-voorstel hebben wij wegen
aangegeven om in de periode waarin nog studie no
dig is een aantal maatregelen te nemen voor het
oplossen van de woningnood voor degenen die daar
echt mee kampen.
De heer TEN WOLDEZeker door het uitstellen
van het plan!
De heer CRUL: Op dat uitstellen ben ik al
ingegaan. Overigens begrijp ik niet dat dit argu
ment van de heer Ten Wolde komt. De financiële
"mits" is naar ik meen van de V.V.D. afkomstig,
waarbij ik trouwens in het midden laat of daardoor
vertraging is ontstaan. In ieder geval is het de
vraag of men door iets later te doen degene voor