9 DECEMBER 1976
2213
groeistadsgedachte is ingegeven door de aspiraties
van Breda zelf maar ook voorbarig is uitgelokt
door de minister, die Breda al vroegtijdig tot
groeistad heeft aangewezen, terwijl de procedure
van de planologische kernbeslissing nog niet.
De heer TEN WOLDE: Het is een voorstel tot
aanwijzing en dat is niet hetzelfde als een aan
wijzing
De heer HOUBENHet is misschien een voorstel
tot aanwijzing, maar de minister heeft daar in
ieder geval al financiële consequenties aan ver
bonden en aangezien dat bij de groeistadsaanpak
hoort, gaat hij er kennelijk van uit dat Breda al
groeistad is.
Door de grote druk die achter de planontwik
keling heeft gezeten, is de raad maar een beetje
achteraan komen hobbelen. Dat geldt in het bijzon
der voor de keuze van de eerste woonbuurt. Het
zeer recente StAR.-advies over deze aangelegen
heid, waarover wij in de laatste gecombineerde
commissievergadering uitvoerig hebben gesproken,
laat zien dat het planvormingssysteem zeer geslo
ten is geweest en dat er voor het uitoefenen van
invloed te weinig mogelijkheden zijn geboden, iets
wat in de toekomst, gezien de gekozen artikel 19-
procedureook wel het geval zal zijn. Wij vinden
het voorts zeer betreurenswaardig dat de eerste
paal straks een Wilma-paal zal zijn en geen wo-
ningbouwverenigingspaalGevreesd moet worden dat
dit geen goed teken voor de verdere ontwikkeling
van de Haagse Beemden is.
Ik merk vervolgens op dat het structuurplan
onvolledig is, aangezien het buitengebied ont
breekt, terwijl dit toch juist een essentieel on
derdeel is. Ook de heer Geene heeft erop gewezen
dat de bij de aldaar gevestigde agrariërs nog
steeds onzekerheid bestaat over de vraag of hun
vestigingen gehandhaafd zullen kunnen blijven. Wij
vinden dit een zeer belangrijke omissie, te meer
daar het plan ons is verkocht als de uitwerking