9 DECEMBER 1976
2215
Partij van de Arbeid en de P.P.R. een ruime in
spraakmogelijkheid te bieden, hetgeen erin heeft
geresulteerd dat een standpunt is ingenomen dat
genuanceerder was dan de opvatting die aanvanke
lijk althans door een meerderheid werd ge
huldigd. Het resultaat dat nu naar buiten is geko
men, is wel degelijk door de ledenvergadering be-
invloed. In één van de laatste vergaderingen waren
mensen uit Utrecht aanwezig die hebben verteld hoe
in Nieuwegein de bewoners op een goede manier bij
de planontwikkeling worden betrokken.
Tot slot iets over de artikel 19-procedure
Vanavond is een brief van de Brabantse Milieufede
ratie binnengekomen en zojuist heeft ons het be
richt bereikt dat Kamerleden van de P.v.d.A. en de
P.P.R. over artikel 19 vragen hebben gesteld. In
het voorstel tot het nemen van een voorbereidings-
besluit ex artikel 21 wordt uitdrukkelijk melding
gemaakt van de mogelijkheden die artikel 19 biedt.
In de gecombineerde commissievergadering is geble
ken dat artikel 21 niet wordt gebruikt om eventue
le ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan. Daar
voor is het hier niet nodig; men heeft verzekerd
dat het voorbereidingsbesluit alleen is bedoeld
om artikel 19 te kunnen toepassen. Als men op de
kaart nagaat op welk gebied het voorbereidingsbe
sluit betrekking heeft, komt men tot de conclusie
dat het hier een structureel onderdeel van het ge
hele plan betreft en dat men niet van een moge
lijkheid voor een eerste woonbuurtje kan spreken.
Men wil integendeel voor een zeer groot gebied,
bijna de helft van de eerste twee fasen, artikel
19 toepassen. Wij achten dit strijdig met het uit
gangspunt dat in eerste instantie de raad bij de
vaststelling van het bestemmingsplan betrokken
moet zijn en dat pas daarna bouwplannen tot ont
wikkeling moeten worden gebracht. Bovendien zijn
de voornemens met betrekking tot artikel 19 naar
onze mening ongewenst in het licht van het feit
dat de bevolking nu geen bezwaren kan indienen.
We hebben met betrekking tot deze materie een