2218 9 DECEMBER 1976 ook Breda het zou gaan invoeren. Ook de verdeling van de woningen naar finan cieringswijze moet aansluiten bij de eigen be hoeften van Breda en de regio. Een aandeel van 30 voor de vrije-sectorwoningen lijkt dan dui delijk te hoog. Het is werkelijk niet zo dat 30 van de Bredase bevolking zich een vrije-sectorwo- ning kan permitteren. Ook landelijk bezien is dit percentage heel hoog. Wij zijn voorstanders van een gevarieerd aanbod van woningen, maar in de praktijk blijkt dat woningdifferentiatie sterk gebonden is aan inkomensdifferentiatie. In het bijzonder is het de vraag of 30 woningwetwonin gen voldoende is. In het oude plan werd nog uit gegaan van 40 woningwetwoningen. Wij zijn voorts van mening dat ook de woon kwaliteiten van het plan evenredig moeten worden verdeeld. Het is ongewenst dat alleen de duurste woningen op de mooiste plekjes komen. Met betrek king tot de door b. en w. voorgestelde verhoging van het aantal etagewoningen in de gesubsidieerde sector merken wij op dat die verhoging is ingege ven door de noodzaak om tot een hogere woning dichtheid te komen. Niet is aangetoond dat er in eens meer behoefte aan dergelijke woningen be staat. Een hogere woningdichtheid kan ook worden bereikt door het verder terugbrengen van de gemid delde kavelgrootte voor vrijstaande woningen. Ook op een kavel van 300 tot 400 m^ is een riant huis te bouwen en is onzes inziens voldoende privacy mogelijk Op de mogelijke sociale gevolgen van bouwen in de Haagse Beemden voor andere wijken van Breda wordt in het structuurplan niet ingegaan. Niette min mag worden verwacht dat bepaalde buurten een sterke uitstroming te zien zullen geven. Nogmaals willen wij pleiten voor een onderzoek naar de toe komstige bestemming van bepaalde complexen flat woningen in de Hoge Vucht teneinde indien nodig maatregelen te kunnen treffen. Tot slot nog een opmerking over de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2218