9 DECEMBER 1976 2233 apparaat en de adviseurs aan het plan hebben ge werkt, geven ons vertrouwen in de toekomstige kwa litatieve realisering waarbij met de wensen van de burgers zo veel mogelijk rekening zal moeten wor den gehouden. Ik meen dat onze ambtelijke stad de oren niet dicht heeft en dan is de procedure van wat minder belang dan het plan op zichzelf. Een goede projectorganisatie zal er borg voor moeten staan dat een project wordt uitgevoerd dat in de toekomst de woningnoodsituatie in Breda kan ophef fen, opdat wij in de toekomst kunnen spreken van een historische beslissing van historisch belang en naar wij hopen ook van historische kwaliteit. Ten aanzien van het financiële aspect zal de heer Suurmeijer namens de V.V.D.-fractie een nade re toelichting geven. De heer SUURMEIJER: Toen ik mij aan tafel zette voor het schrijven van dit betoog en ik nog maals alle stukken over de Haagse Beemden had doorgenomen, vroeg ik mij in alle eerlijkheid af wat ik deze avond nog zou kunnen zeggen zonder daarbij in herhaling te treden. In de afgelopen jaren zijn in de commissies en de raad reeds zó veel aspecten van het plan aan de orde gesteld dat een enkele herhaling moeilijk te vermijden is. De veranderende beleidsinzichtende opeenvolgende planologische opvattingen en de wisselende progno ses hebben van ieder afzonderlijk raadslid de grootst mogelijke inspanning geëist. Het plan heeft een lange geschiedenis met een zee van pa pieren informatie. Het is mijn taak namens de V.V.D.-fractie het financieel aspect van het voorstel inzake de Haag se Beemden in deze vergadering te behandelen. Ik wil hiervoor teruggaan naar de raadsvergadering van 14 februari 1974 waarin werd gesproken over het voorstel van het college tot het ontwikkelen van het gebied Haagse Beemden in een nog nader te bepalen omvang. De toenmalige V.V.D.-fractievoor zitter de heer Sandberg verbond namens de V.V.D.-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2233