2240 9 DECEMBER 1976
plan presenteren; voor zover de exploitatie in het f
geding is, doel ik dan op de lokatiesubsidieter- 1
wijl ik buiten de exploitatiesfeer aan de infras- e
tructurele subsidie denk. Met betrekking tot de 1
complementaire voorzieningen is aan de raad geëta-
leerd dat we in de loop van de tien jaren die met 1
de voltooiing van de Haagse Beemden gemoeid zullen 1
zijn, de financiële consequenties van die voorzie- 1
ningen aan zullen kunnen. Om geen onduidelijkheid c
te laten bestaan wijs ik erop dat we niets van de 1
kwaliteit van het plan hebben laten vallen en dat c
we de kwaliteit van het plan niet naar iets toe
hebben gerekend. De kwaliteiten die in het plan
zijn ingebouwd, berusten op normen waarbij een c
wijk of buurt in de jaren '70/'80 mag rekenen op
een reëel aantal complementaire voorzieningen c.q. 1
welzijnsvoorzieningen. Dat die voorzieningen op c
het eind van de rit vanuit het gebied zelf betaald
kunnen worden, is een aanleiding tot verheugenis.
In dit verband wil ik meteen "doorschieten" i
naar de motie die door de V.V.D.-fractie is inge-
diend. Het college ziet in deze motie nu niet di-
reet het dringend karakter dat erin zou moeten
zitten: zij is naar de mening van het college re-
delijk overbodig. Waarschijnlijk wordt door de
fractie van de V.V.D. bedoeld dat de in het struc
tuurplan opgenomen complementaire voorzieningen
financieel moeten worden veiliggesteld. Hoewel
iets dergelijks al duidelijk blijkt uit de brief
van het college, hebben wij, als ten overvloede
nog eens wordt gevraagd die garantie te geven,
geen moeite met de motie.
Wanneer we de vraag stellen welke besluiten
vanavond eigenlijk aan de raad worden voorgelegd
en wanneer we over het opheffen van de "mitsen"
spreken, dient ook aan de raad kenbaar te worden
gemaakt waar we op dit ogenblik mee bezig zijn en
hoe we verder gaan. Welnu, we volgen op dit ogen
blik eigenlijk twee lijnen. Zoals de raad duide
lijk zal zijn, houden architectenteams, woning
bouwverenigingen, externe adviseurs en gemeentelijke