2244 9 DECEMBER 1976 in Heusdenhout wonen zijn voor 40 "overlopers". In Princenhage-West kan volgens recente informatie bijna twee derde tot de "overlopers" worden gere kend. Vindt de wethouder dat niet een beetje aan de hoge kant? Wethouder VAN DUN: Dat is natuurlijk een vraag uit het losse handje. Op basis van gegevens die ik geregeld in de commissie heb verstrekt kan ik de heer Houben beter informeren: het percenta ge "overlopers" is in Heusdenhout 45 en in Prin cenhage-West II volgens de laatste telling 55. Hoewel ik dat niet met feiten kan staven, heb ik de indruk dat we, als de verstedelijkingssituatie niet was verschenen, nooit over die situatie in Princenhage en Heusdenhout zouden hebben gespro ken. Nu de minister te kennen heeft gegeven dat er een overloopbeleid moet komen en nu er bepaalde migratiepatronen op tafel worden gelegd, constate ren we dat de minister iets dat zich al lange tijd voordoet gaat regelen, en is Leiden ineens in last! Overigens moet het duidelijk zijn dat ik me niet op die manier van de verstedelijkingsnota wil afmaken. Tussen het tegengaan van suburbani satie, het blijven begrijpen van de bedoelingen voor het gebied, het metterdaad voorrang geven aan 4.000 woningzoekenden in Breda en het metter daad creëren van ruimte voor de Bredase natuurlij ke aanwas ligt het spanningsveld waarin wij ons op het ogenblik bevinden terwijl we er, zoals uit het raadsvoorstel valt af te leiden, nog niet uit zijn. Een en ander houdt niet in dat we nooit met de raad over een toelatingsbeleid willen praten. Wanneer zoals is toegezegd in het komende voorjaar over de verstedelijkingsnota wordt gesproken, komt tegelijkertijd de vraag aan de orde of op grond van de in de verstedelijkingsnota neergelegde vi sie op Breda al dan niet tot toewijzen c.q. toela ten moet worden geconcludeerd. We kunnen nog wel enige tijd nemen, want er wordt immers morgen in de Haagse Beemden nog niets uitgegeven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2244