9 DECEMBER 1976
2251
laat mij er echter niet toe verleiden over de
hoofden van de leden van het projectteam heen dit
soort onderzoeken toe te zeggen. Dit neem overi
gens niet weg dat ik het met mevrouw Muntjewerff
en anderen eens ben dat we, wanneer de raad met
de voorgestelde ontwikkeling akkoord gaat, nauw
lettend zullen moeten volgen wat voor een proces
er in de Haagse Beemden optreedt.
De heer Welschen heeft op zijn vragen over
het milieu al antwoord gekregen in de vergadering
van vier commissies op 25 november. Hij hoeft er
niet van te schrikken dat ik naar voren schiet als
het over het milieu gaat, want dat betekent verder
niets! Ten aanzien van de risico's van de rioolwa
terzuiveringsinstallatie is bekend dat er bij het
waterschap een intensief proces aan de gang is om
de installatie toch nog minder schadelijk voor het
milieu te maken. De kwesties van C.S.M. en de
Emerput zijn onderwerp van gesprek met het staats
toezicht op de volksgezondheid.
Vervolgens heeft de heer Welschen een onmoge
lijke vraag gesteld en hij heeft in zijn bewogen
heid zelfs gezegd dat van de beantwoording van die
vraag de stem van zijn fracties afhangt. De heer
Welschen wil een overzicht van de activiteiten die
het college in de wijken van Breda wil ondernemen.
Ik heb al gezegd dat het volkomen onmogelijk is
zo'n overzicht te geven. In de eerste plaats is
het immers de vraag of men in bepaalde wijken wel
behoefte aan plannen heeft. In de tweede plaats
ga ik voor de Hoge Vucht, de wijk die wat de nood
zaak tot het maken van plannen betreft het specta
culairst is, geen plannen op tafel leggen, als er
nu juist een opdracht aan een projectteam is ver
strekt om over een redelijke tijd met een beleids
plan te komen. Het door de heer Welschen gevraagde
antwoord kan ik dus niet geven, maar ik garandeer
hem wèl dat wijals er in wijken van Breda iets
moet gebeuren dat voor het leefmilieu van mensen
van belang is, ons nooit op uitgaven voor de Haag
se Beemden zullen kunnen beroepen om aan te tonen