9 DECEMBER 1976
2255
geding zal zijn maar een geheel ander bedrag. De
rente zal immers in die hier veronderstelde situa
tie naarmate de jaren verstrijken steeds meer gaan
aantikken. Dit is een risico dat na belangrijk
uitstel kan optreden en dat mijns inziens bij de
besluitvorming een punt van overweging moet zijn.
Voorts staat vast dat bij uitstel een snelle be
sluitvorming ten aanzien van het buitengebied niet
mogelijk zal zijn, zodat het besluit tot afstoting
op een later tijdstip hogere lasten met zich mee
zal brengen.
Voor het geval dat de plannen niet door zou
den gaan, zou men mijns inziens eens moeten over
wegen dat de ohde stad, evenals dat thans gebeurt,
met een vermindering van het aantal inwoners zou
kunnen worden geconfronteerd. De ontwikkeling kan
ook anders zijn, maar dat zou voor het plan-Haagse
Beemden alleen maar voordeliger zijn. Zoals men
weet is een belangrijk deel van de inkomsten van
de kant van het rijk gebaseerd op het bedrag per
inwoner dat wij enigszins oneerbiedig "koppelgeld"
plegen te noemen. Weliswaar wordt de uitkering per
inwoner door een verfijningsregeling gemitigeerd,
maar in ieder geval zou een vermindering van het
aantal inwoners tot een vermindering van de inkom
sten voor de oude stad leiden. Doordat er een ver
fijningsregeling is, komen na twintig jaar en
kele jaren van die twintig zijn inmiddels al ver
streken pas de grote klappen, aangezien de ge
meente op dat ogenblik de volle last te dragen
krijgt. Mijn conclusie is dan ook dat het niet
doorgaan van de plannen het risico van verminderde
inkomsten voor de oude stad inhoudt, terwijl het
er bovendien toe zou leiden dat volgens mijn
schatting op zijn minst de helft van de geïnves
teerde 40 miljoen met zekerheid als verlies zou
moeten worden geaccepteerd. Dat verlies zou dan
uit de eventueel verminderde inkomsten van de oude
stad moeten worden opgevangen.
Mevrouw Muntjewerff heeft erop gewezen dat in
financieel opzicht geen rekening is gehouden met