9 DECEMBER 1976
2257
berekening van de hoeveelheid vierkante meters die
wij nodig hebben, alsmede met een vervanging van
een bepaalde oppervlakte door andere gebieden
ik noem het Enka-terreinhet terrein van Hoechst
en het terrein Moleneind-oost gezamenlijk een
oppervlakte van 115 ha vertegenwoordigend, wat
naar onze mening voldoende is om in een periode
tot 1987 in de noodzaak tot de aanwezigheid van
industrieterreinen te voorzien. Een en ander is
gebaseerd op onze opvatting dat wij een werkgele
genheidsbeleid voor de eigen beroepsbevolking moe
ten voeren, ervan uitgaande dat het pendelsaldo
gelijk blijft. Dit is in overeenstemming met het
geen op blz. 6 van het alternatieve voorstel van
de federatie wordt vermeld, namelijk dat aandacht
moet worden geschonken aan "het vermijden van een
verdere toename van de pendel", hetgeen neerkomt
op het gelijk blijven van het pendelsaldo. Als de
uitgangspunten in zoverre zouden worden veranderd
dat Breda niet alleen voor zijn eigen beroepsbe
volking maar ook voor de beroepsbevolking in de
omtrek in werkgelegenheid zou moeten voorzien,
zou er sprake zijn van een beleidswijziging in
verband waarmee naar andere industrieterreinen
zou moeten worden omgezien. Dat zal óók moeten
gebeuren, indien het aantal vierkante meters per
werkende waarmee wij als gemiddelde rekening hou
den 200 m^ anders blijkt uit te vallen dan
wij verwachten. De door ons jaarlijks uitgevoerde
bedrijfstellingen geven ons de mogelijkheid om op
basis van vrij recente informatie na te gaan of
een dergelijke bijstelling nodig is.
De heer HOUBEN: In de gecombineerde commis
sievergadering heb ik begrepen dat zich op de be
drijfsterreinen ook bedrijven zullen vestigen die
nu al in Breda zitten. Ik vraag me in dat verband
af of de onderhavige bedrijfsterreinen wel zullen
worden gebruikt voor het goede doel, namelijk het
aantrekken van werkgelegenheid voor mensen die
straks in de Haagse Beemden komen te wonen.