9 DECEMBER 1976 2259 de heer Van Dun bij interruptie aandacht gevraagd voor een onderwerp dat deze naar ik meen voor zover hij daartoe in staat is naar zijn colle ga Van Graafeiland had doorgeschoven. Ik doel op de overheidsbouw-N.V.ik had graag nog even wil len horen of daarover is gedacht en welke opvat tingen het college erover heeft. Aangezien de tweede instantie achterwege blijft, wil ik er nu de aandacht op vestigen dat wij over dit punt, dat ook in het initiatief-voorstel wordt genoemd, graag het oordeel van het college zullen vernemen. Wethouder VAN DUN: Wanneer het de bedoeling van de fracties van P.v.d.A. en P.P.R. is dat tot een staats- of gemeentelijk bouwbedrijf wordt ge komen, kan ik zeggen dat ik, voor zover mijn por tefeuille in het geding is, gezien het bestaan van structuren in het vrije bedrijfsleven die in verband met de Haagse Beemden goed functioneren, aan een dergelijk bedrijf in het geheel geen be hoefte heb. De VOORZITTER: Ik meen dat wij nu tot besluit vorming kunnen komen, waarbij uiteraard nog de ge legenheid tot het afleggen van stemverklaringen bestaat. Allereerst zou ik in stemming willen brengen het initiatief-voorstel dat als nr. 3 op de agenda staat. Het initiatief-voorstel heeft mijns inziens namelijk kenmerken van een amende ment en moet derhalve in stemming komen voordat over het eigenlijke voorstel een beslissing wordt genomen. Bovendien lijkt met mij logischer eerst over bedoeld initiatief-voorstel een beslissing te nemen. Vervolgens zou ik de ingediende motie in stemming brengen en daarna het voorstel nr. 1, dat daar heel duidelijk op aansluit. Tenslotte zou ik een soortgelijke handelwijze willen toepas sen ten aanzien van het initiatief-voorstel onder nr. 4 en het voorstel onder 2. De raad stemt met deze procedure in. De heer CRUL: Ik zou graag een stemverklaring

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2259