2266 9 DECEMBER 1976 singen met betrekking tot artikel 19 nog aan de Stichting zullen worden medegedeeld? In haar brief gaat de Stichting er namelijk van uit dat artikel 19 niet of nauwelijks zal worden toege past. De VOORZITTER: In de brief staat: "Nu u ech ter op 9 december a.s. het structuurplan zult be handelen menen wij dat het juist is, gelet op het bovenstaande, dat wij ons formeel bezwaarschrift intrekken." Ik kan niet inzien dat men verder nog enigerlei vraag stelt, maar voor zover dat wel het geval is, zal men worden geïnformeerd. De heer HOUBEN: Het betreft de laatste zin. De VOORZITTER: Als dat zo is, gaan we daar natuurlijk op in en krijgt men ordentelijk ant woord Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna be sloten de brief ter afdoening in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen. De VOORZITTER: Dames en heren. We hebben van avond zeer belangrijke besluiten genomen die voor Breda toekomstbepalend zijn. Ik geloof dat wij moeten hopen en mogen verwachten dat de besluiten nuttig zullen zijn voor de stad en in het bijzon der voor haar inwoners, om wie het tenslotte gaat. Er is eerder vanavond in diverse richtingen dank uitgesproken en ik wil dat aan het eind van deze vergadering, waarin we betrekkelijk kort hebben beraadslaagd, eveneens doen. Ik wil degenen die zich bestuurlijk met de materie hebben beziggehou den in dit verband mag zeker de naam van de heer Van Dun vallen en al onze medewerkers en adviseurs hartelijk danken voor hetgeen zij hebben gedaan. We weten allemaal welk een enorm werk er is verricht, een werk, dat nu tot goede resulta ten heeft geleid. Ik weet wel dat niet iedereen zal accepteren dat er gelukwensen worden uitge sproken, maar ik laat dit woord toch vallen, omdat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2266