1 2281 16 DECEMBER 1976. 3. Is het college bereid op het ogenblik dat de Stichting Amicale over welk onderwerp dan ook contact met burgemeester en wethou ders opneemt, dit onderwerp alvorens beslis singen te nemen eerst in de commissie alge mene zaken of de desbetreffende commissie aan de orde te stellen? 4. Is het college bereid de briefschrijvers ervan op de hoogte te stellen wanneer de Stichting Amicale stappen in de richting van het college onderneemt? ANTWOORD 1. Uit een onderzoek, ingesteld door de regering, is niet gebleken, dat de vereniging "Amicale" zich aan ontoelaatbare praktijken schuldig maakt. Voorts zij verwezen naar de brief van het colle ge, gericht aan de ministers van buitenlandse zaken, justitie en sociale zaken, d.d. 17 sep tember 1976, nummer BK/77045, waarop tot dusver nog geen reactie is ontvangen. 2. Op dit moment zijn ons geen feiten bekend, die ons aanleiding geven deze zaak opnieuw te be spreken in de commissie algemene zaken. 3. Ter zake handelen wij overeenkomstig de regels voor het functioneren van de raadscommissies. 4. Wij zien geen aanleiding om bedoelde toezegging te doen. Indien wettelijke procedures bekendma king voorschrijven, zullen wij daar vanzelfspre kend gevolg aan geven. De heer CRUL: Ik zou willen voorstellen de brief onder k. eerst in de commissie algemene zaken in behandeling te nemen, gezien de aspecten van in spraak die eraan verbonden zijn. De VOORZITTER: Mijn eerste reactie is dat het hier gaat om de vraag of de raad dit stuk al dan niet voor kennisgeving aanneemt. Het lijkt mij op het eerste gezicht wat merkwaardig een brief van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2281