16 DECEMBER 1976. 2290 ingaan. Wij vinden het voorbarig tot een insnoering over te gaan zonder dat adequate maatregelen voor de rest van de binnenstad worden getroffen. De mate waarin dat laatste gebeurt kan onzes inziens alleen maar uit het verkeerscirculatieplan worden afgeleid en we verwachten vooralsnog van een insnoering op één punt een verdere aantasting van het woon- en leefklimaat in de Chassébuurt. De onder B. genoemde bezwaarde heeft er voorts op gewezen dat er bij calamiteiten problemen kunnen ontstaan, aangezien de politie, de ambulancedienst en de brandweer van deze route gebruik moeten maken. Vooral nu de Tram- en Gasbrug nog niet gereed is, lijkt de hier voorgestelde insnoering ons erg link. Op blz3 van bijlage nr. 377 staat: "Opgemerkt zij nog dat de ingediende bezwaren tegen de partiële herziening zo spoedig mogelijk in het ka der van ons voorstel tot vaststelling van die par tiële herziening, aan uw raad ter beslissing zullen worden voorgelegd." Dit is natuurlijk onzin, want het college dient tegelijkertijd een verdagingsvoor- stel ten aanzien van de partiële herziening in. We hebben hier in de commissie ruimtelijke ordening op geattendeerd en we betreuren het dat het voor stel wat deze alinea betreft niet is bijgesteld. Diverse zakelijke argumenten heb ik nu al ge noemd. Het belangrijkste is ook de St.A.R. heeft daarop gewezen dat het verkeerscirculatieplan ontbreekt en dat, zoals zojuist al is gebleken, ook het ontwerpplan er niet is, zodat wij over een zo belangrijke zaak nu geen uitspraak kunnen doen. We zijn bang dat de bereikbaarheid van de binnenstad zal worden aangetast doordat er een onjuist verkeers beleid wordt gevoerd. We vrezen dat in geval van calamiteiten de doorgang zal worden versperd en dat de Chassébuurt overlast zal ondervinden. In verband hiermee hebben wij in de vergadering van 8/9 maart een amendement ingediend, inhoudende dat de rooi lijn niet op dit ogenblik zou moeten worden verscho ven; volgens dit amendement zou een profielvernauwing

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2290