2297
16 DECEMBER 1976.
met een vorm van "horen" hebben beziggehouden.
Omwille van de tijd wil ik mijn betoog vrij
kort houden. Er zijn naar mijn mening drie elemen
ten aan de orde. Het eerste element is de invulling
van een gat die door de plannen tot stand kan ko
men en die ik kan toejuichen. Ook van de kant van
de middenstand is betoogd dat het invullen van ga
ten één van de dingen is waar op korte termijn zon
der meer iets aan zou moeten worden gedaan; men ge
bruikt daarbij bewust de woorden "op korte termijn".
Het tweede element is dat er nu een begin kan
worden gemaakt met de uitvoering van het binnen
stadsplan dat in maart jl. is goedgekeurd.
Het laatste element dat ik in de beschouwin
gen zou willen betrekken is de verkeerscirculatie
Men zou kunnen zeggen dat ik daarmee op het ver
keerscirculatieplan vooruit loop, maar ik zou de
wegversmalling willen bezien in het licht van de
beslissing die de raad in maart jl. heeft genomen:
de raad heeft toen unaniem ten principale besloten
dat op de Houtmarkt een profielvernauwing tot stand
zou moeten komen.
Over de procedure heeft de heer Houben gezegd
dat de bewoners en de belanghebbenden te weinig
zouden zijn gehoord, maar ik begrijp niet dat hij
eraan voorbijgaat dat in het St.A.R.-advies de mo
gelijkheid tot advisering in een vroegtijdig sta
dium bijzonder gunstig wordt genoemd. Dergelijke
positieve aspecten mogen naar mijn mening best de
aandacht krijgen, hoewel ik niet wil ontkennen dat
het Houtmarktplan op enkele punten wellicht nog
correctie behoeft.
De winkelfunctie is mijns inziens één van de
hoofdinvalshoeken van de middenstand, die aanvan
kelijk tegenover het plan een nogal angstvallige
houding aannam. Persoonlijk heb ik aan de winkel
functie eveneens bijzonder veel aandacht besteed
en ook mijn fractie heeft zich erover beraden. We
hebben daarbij in de eerste plaats geconstateerd
dat er een uitspraak door de raad is gedaan, inhou
dende dat tot een afbouw van het voetgangersdomein