16 DECEMBER 1976. 2302 er met die mensen niet zou zijn gepraat. Door de dienst openbare werken is veelvuldig overleg ge pleegd, zowel met degenen die de aandacht voor de verkeersbeweging op de Karnemelkstraat hadden ge vraagd als met degenen die zich op de stedebouwkun- dige vormgeving op de Houtmarkt hadden gericht. Ook ik heb daarover met de betrokkenen gesproken. Het lijkt mij daarnaast wel eens goed de heer Houben heeft een bepaalde vraag aan de heer Lambregts dur ven stellen een pluim op de hoed van de heer Lambregts te steken, omdat hij in een situatie, waarin naar zijn mening het belang van de binnen stad in het geding was, bemiddelend is opgetreden tussen het college, het ambtelijk apparaat en de mensen met bezwaren. Hij heeft een gesprek tot stand gebracht en ik vind dat dat best eens een keer mag worden gezegd, zonder dat het afdoet aan de zaak waar het in feite om gaat. Er zijn twee soorten bezwaren tegen het pro ject. Ik geloof dat uit de hoorzitting van het pro vinciaal bestuur in Den Bosch is gebleken dat de bezwaren van al degenen die rond de verkeerssitua tie in de Karnemelkstraat opereren, van de baan zijn. Men was bang voor de onmogelijkheid van laden en lossen en voor de onbereikbaarheid van de eigen zaak. De dienst openbare werken heeft vijftien mo dellen gemaakt om tegemoet te komen aan de bezwaren van neringdoenden aan de Karnemelkstraat en gebleken is het laatste gesprek duidt daar al op dat in overleg met die neringdoenden een oplossing kan worden gevonden. Anders is het gesteld met de bewoners en de neringdoenden van de Houtmarkt, die daar traditio neel gevestigd zijn en die met het oog op dit nieuwe fenomeen moeilijkheden voor hun eigen situatie zou den kunnen vrezen. Koffiedik kijken kan noch de raad, noch het college, noch enige ambtenaar. Ter wijl aan de ene kant vrees kan bestaan, kan die vrees aan de andere kant ongemotiveerd worden uit gebannen. Ik ben begonnen te zeggen dat ik begrip heb voor het optreden van de bewoners en de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2302