2307 16 DECEMBER 1976. Wanneer de raad vandaag besluit een gedeelte van de weg aan het openbaar verkeer te onttrekken, dat gedeelte aan de projectontwikkelaar te verkopen en een krediet voor het omleggen van leidingen te vo teren, gaan wij als volgt te werk. Gisteren is de aannemer in opdracht van de projectontwikkelaar be gonnen met de werkzaamheden op het parkeerterrein. Na goedkeuring van het krediet door de raad en door gedeputeerde staten zullen wij beginnen met de daarmee samenhangende maatregelen op gemeentelijk niveau. Daarnaast zullen we op redelijk korte ter mijn ik verwacht: in februari of maart, na de winterperiode beginnen met een voorlopige her structurering van de Karnemelkstraat. De VOORZITTER: Dames en heren. Zouden wij niet overgaan tot het nemen van beslissingen? Ik zie dat de heer Houben nog een enkele opmerking wil maken; ik verzoek hem het bij de aan de orde zijnde pun ten te houden. De heer HOUBEN: Ik ben zeer teleurgesteld dat nauwelijks is ingegaan op de argumenten die ik heb aangevoerd en dat vele sprekers buiten de orde zijn geweest. De VOORZITTER: U niet het minst! De heer HOUBEN: Uw assistent, de heer Van Dun, heeft bij een interruptie van de heer Wethouder VAN DUN: Zou de heer Houben dat wil len herhalen, opdat het voor de notulen op zijn juiste merites kan worden beoordeeld? De heer HOUBEN: Het was een grapje! Wethouder VAN DUN: Ik stel daar persoonlijk prijs op! De heer HOUBEN: Ik bedoelde gewoon dat u

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2307