2315
16 DECEMBER 1976.
is gezegd dat er al overeenstemmingen zijn bereikt:
opnieuw een positief element waar de heer Houben
aan voorbijgaat. Tot slot nog dit: ik denk dat de
heer Houben Van Dale niet goed kent en niet weet
wat het verschil tussen "kritisch" en "wantrouwend"
is
Wethouder VAN DUN: Het is een ongelukkig euvel,
mijnheer de voorzitter, dat ik mij als uw assistent
moet voegen in de welvoegelijkheid die deze raad
past. Als dat niet zou hoeven, zou ik zeggen: als
de heer Houben een flinke vent was, zei hij namens
de fracties van de P.P.R. en de Partij van de Arbeid
waar het nu precies op staat. Er zijn twee dingen
aan de orde, in de eerste plaats de invulling ter
plaatse en ik zou wel eens willen weten of P.v.d.A.
en P.P.R. zich daartegen verzet. Als dat zo zou
zijn, zou het naar mijn mening volstrekt waanzin
nig zijn: er komt immers een versterking van het
kernwinkelapparaat tot stand en er wordt in hoge
mate een bewoningsmogelijkheid in de binnenstad in
gebouwd. Of dat nu voor de P.v.d.A. en de P.P.R.
leuk is of niet, ik zou er in het belang van de
mensen die zich dagelijks met de door de raad geno
men besluiten bezighouden, op willen wijzen dat een
en ander op een besluit van de gemeenteraad berust.
Ik heb het intuïtief vermoeden en die opvatting
wordt door de stedebouwkundige adviesraad gedeeld
dat de functie ter plaatse zich niet tegen het pro
ject verzet. Als we nu eens gezamenlijk zouden kun
nen erkennen C.D.A. en V.V.D. hebben wat dat be
treft een uitnodiging tot P.v.d.A. en P.P.R. ge
richt dat de uitvoering van dit plan iets posi
tiefs in onze "desolate binnenstad" tot stand kan
brengen, zouden we een heel eind verder zijn en
zouden we alleen nog praten over de manier waarop
het plan wordt uitgevoerd en over degenen die zich
benadeeld voelen. Ik geloof dat er vanavond genoeg
is gezegd en dat er begrip is getoond voor mensen
die persoonlijk leed ondervinden.
Dat is de inhoud van hetgeen ik aan het adres