2319 16 DECEMBER 1976. de raad wellicht meer zullen aanspreken. Ons aller stedebouwkundige adviesraad heeft namelijk in het laatste advies over de eerste woonbuurt in de Haag se Beemden veel aandacht besteed aan de bestemming van de zandwinput, die gedeeltelijk in het gebied van het vigerend bestemmingsplan van 1969 ligt. De versie van het structuurplan van oktober 1975 was op het punt van de zandwinput anders dan de versie van juli 1976, want in laatstgenoemde versie lag de put midden in Asterd. De stedebouwkundige ad viesraad schrijft daarover dat het merkwaardig is dat de gemeente als een blad aan een boom omdraait, van het ene uiterste: agrarisch gebied zonder be bouwing met natuurwetenschappelijke waarde, naar het andere: algehele transformatie van het beemdenge- bied naar een waterplas met ruime omgevingswijzi gingen. De onderbouwing van de eerste stellingname aldus de St.A.R., mag zwak geweest zijn, maar dat garandeert nog niet dat deze ommezwaai de juiste richting aangeeft, terwijl de onderbouwing van de veronderstelling dat er behoefte is aan het uit bouwen van de ontworpen put tot recreatiegebied, hoofdzakelijk uit intuïtie bestaat. De St.A.R. schrijft dat over de te verwachten recreatie-omvang uiteraard nog niets bekend is, dat natuurweten schappelijk niets of te weinig is onderzocht om in de besluitvorming mee te kunnen wegen en dat land schappelijk de ingreep neerkomt op vernietiging van het bestaande uiterlijk van het gebied door het inlassen van een eraan vreemd nieuw groot element. Verder kunnen nog de bekende problemen rond de ad-hoc-zandwinning, waarvan ook deze put een duide lijk voorbeeld is, worden ingebracht. Op grond daarvan zijn wij tegen de voorstellen onder 1 en 2 Wethouder VAN DUN: De raad heeft op 9 december jl. het structuurplan "Haagse Beemden" goedgekeurd en de voorstellen onder 1 en 2 vormen een logisch vervolg op dat structuurplan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2319