2325
16 DECEMBER 1976.
wethouder Van Dun niet óók nog eens een vergadering
van de commissie cultuur kan bijwonen. Uiteraard
ben ik bereid mijn opmerkingen aan de visie van de
bibliotheek te toetsen en dat is in de commissie
cultuur dan ook gebeurd: de directeur van de biblio
theek heeft daar een adequaat antwoord gegeven. Ik
zeg alleen dat we, als het programma van eisen in
een eerder stadium, namelijk voordat tot aankoop
werd overgegaan, was bekeken, minder door de over
schrijding verrast waren geweest. Dat er naderhand
contact is geweest, is duidelijk, maar ik blijf
staande houden dat eerder contact ertoe had kunnen
leiden dat de overschrijding was voorkomen. Daar
naast is het duidelijk dat bij de aankoop van het
gebouw niet voldoende is nagegaan hoe de situatie
was, in het bijzonder ten aanzien van de ventilatie
de centrale verwarming en de Sprinkler-installatie.
Ik heb er begrip voor dat achteraf is geconstateerd
dat deze installaties niet aan de naderhand gestel
de eisen voldeden, maiar ik constateer alleen dat
ik dat betreur.
Wethouder SANDBERG: Ik kan er niet mee vol
staan te zwijgen over de relatie tussen de opstel
ling van het programma van eisen en de eerdere be
sluitvorming in deze raad. De heer Oomen is er even
als de gehele raad van op de hoogte dat wij het ge
bouw van V D in een volkomen blanco situatie heb
ben gekocht en dat er toen geen enkel programma
van eisen was. Vervolgens hebben wij in nauw over
leg met alle betrokkenen een programma van eisen
opgesteld en na terugkoppeling geconstateerd dat
dit programma niet met de financiële mogelijkheden
in overeenstemming was. Daarna is een en ander op
nieuw in het bouwteam aan de orde geweest, heeft
het N.B.S.L. zich ermee beziggehouden en is de ma
terie vanuit de landelijke situatie bekeken. Na be
spreking met de staf van de bibliotheek zijn de
plannen weer in het bouwteam behandeld. Mijns in
ziens vormt de gang van zaken van begin tot eind
een model voor hoe het moet en hoe het ook kan.