16 DECEMBER 1976.
2328
an Wethouder VAN DUN: Ik zou vrij kort willen ant-
a- woorden. Je kunt natuurlijk uitgebreid ingaan op de
oe- functie van de raad en de invloed van de opstelling
en van de commissie op deze nieuwe transactie. Als de
gt heer Crul zegt dat de behandeling in de commissies
van het vorige voorstel van invloed is geweest op
af de totstandkoming van deze nieuwe transactie, geef
ten ik hem daar volkomen gelijk in. De geluiden uit de
an- commissie zijn voor Enka een duidelijk signaal ge-
Ls weest: ik geloof dat we daar niet omheen hoeven.
Op de tweede plaats meen ik dat het vorige en
ï- het huidige voorstel goed uit elkaar moeten worden
ader gehouden. Thans gaat het om een gedeelte van het op-
op tieterrein, een omstandigheid die mijns inziens van
ad invloed is op de constatering die de heer Crul op
a- voorhand heeft gedaan. Hij heeft gevraagd of het
wegvallen van de optiegelden als één van de oorza-
ar ken van de voorspelde sluitende exploitatie kan
;ht worden beschouwd, hetgeen inderdaad het geval is.
je- Op de vraag of de exploitatietoekomst in het kader
in van de verwachting ten aanzien van de uit te geven
_eu- terreinen rooskleurig is, kan ik antwoorden dat de
ge- raming is ingegeven door indicaties van de functie
economische zaken en naar ik meen niet rooskleurig
Jie zou moeten worden genoemd: er is uitgegaan van prij-
zen die volgens voornoemde indicaties haalbaar zijn.
:atie- Samenvattend kan ik zeggen dat er hier inder-
>or- daad invloed van de raad met name van de raads-
il- commissies in het geding is geweest en dat de
m- exploitatie-opzet naar mijn mening niet als gevolg
in- van een te rooskleurige voorstelling van zaken slui
tend is, wanneer althans niet wordt vergeten dat
ou- hier slechts een deel van de problematiek aan de
orde is.
ma- Op het gebied van de acquisitie zal mijn colle-
af- ga Van Graafeiland meer kunnen vertellen dan ik.
De VOORZITTER: Ik nodig de heer Van Graafeiland
den uit dat te doen.
en
Wethouder VAN GRAAFEILAND: Ik kan alleen maar