2331
16 DECEMBER 1976.
aankijkt. Zouden de commissarissen niet beter uit
dit soort structuren kunnen opstappen?
Wat de P.N.E.M. betreft: het is nog niet dui
delijk hoe daar een besluitvorming tot stand komt.
Dit blijkt slechts achteraf uit een jaarverslag aan
provinciale staten. Hetzelfde geldt voor de N.W.B.
In de brief van de drie N.V.'s wordt opgemerkt
dat de aansluitkosten bij het ENWA-bedrijf 900,
per aansluiting méér zouden bedragen dan bij de
drie N.V.'s. Graag zouden wij in de commissieverga
dering over de juistheid van dit bedrag nader wil
len worden geïnformeerd.
Ons is medegedeeld dat een en ander voor het
ENWA-personeel consequenties heeft. Wat de inspraak
van het personeel in dezen is geweest, is ons niet
bekend. De federatie van fracties van P.v.d.A. en
P.P.R. meent dat de personeelsleden van beide kan
ten moeten worden gehoord. Er wordt nu over hun
hoofden heen beslist en dat mag zeker bij dergelij
ke bedrijven niet gebeuren. De bedrijven zullen
moeten aangeven hoe ook het personeel bij de gang
van zaken zal worden betrokken. Onze fracties me
nen dat er nog van alles mogelijk is om te komen
tot een initiatief jegens de voorzitter van het ge
organiseerd overleg. Dit is te meer noodzakelijk
gezien de enorm grote belangen die voor het perso
neel van de bedrijven op het spel staan. Bedoeld
initiatief zou ertoe moeten leiden dat de voorzit
ter van het georganiseerd overleg probeert de be
staande overlegstructuren van de drie N.V.'s en de
medezeggenschapscommissies om de tafel te krijgen,
opdat zij deze ernstige zaak kunnen bespreken. Wij
willen hierover een uitspraak van de gemeenteraad
vragen. Er is nog tijd en de wet geeft aan dat de
partijen dienen te trachten tot overeenstemming te
komen. In de interimperiode zal alles moeten wor
den gedaan de wethouder heeft in de commissie
gezegd dat dat gebeurt om het overleg met de
drie bedrijven open te houden. Het is niet te ac
cepteren dat er op dit terrein verschillende Bre
dase tariefstellingen gaan ontstaan. De federatie