16 DECEMBER 1976. 2334 Ik schors de vergadering. PAUZE De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. De heer VAN DEN WIJNGAARD: Een "eenvoudig" voorstel gaan wij nu behandelen: de levering van de nutsvoorzieningen in de Haagse Beemden. We hebben immers een goed geëquipeerd gemeentelijk energie- en waterbedrijf, dat in staat is alle Bredanaars zijn gehele leverings- en dienstenpakket op het ge bied van de nutsvoorzieningen aan te bieden en hun daarvan ten volle te laten profiteren. In de praktijk is de situatie echter niet zo eenvoudig, want het college heeft nu reeds terecht om de zojuist genoemde doelstelling voor ons eigen energie- en waterbedrijf te kunnen verwezenlijken een extern juridisch bureau aangetrokken, dat b. en w. in dezen kan adviseren. Als ik bij dit voorstel ook mag ingaan op de uitvoerige brief die het college en wij dezer dagen van de drie gezamen lijke overlegpartners hebben ontvangen, wil ik daar verderop in mijn betoog nog gedetailleerd op terug komen De Haagse Beemden zijn reeds Bredaas grondge bied en er wonen reeds Bredanaars, die echter voor wat de nutsvoorzieningen betreft anders worden be handeld dan de overige BredanaarsWe hebben daar moeite mee. Zowel bestuurlijk als bedrijfseconomisch is dit voor ons eigen ENWA-bedrijf een moeilijke zaak. Wanneer er in de huidige situatie geen veran dering komt, moet men namelijk om alle Bredanaars hetzelfde tarief voor hun nutsvoorzieningen te la ten betalen met nog meer instanties dan de Noord- -West-Brabantse-Waterleidingmaatschappij overleg gaan plegen, terwijl dat overleg tot nu toe, op zijn zachtst gezegd, niet altijd op rolletjes heeft gelopen; het vorige agendapunt sprak te dien aan zien duidelijke taal. Wij rekenen op het gezond verstand van de minister van economische zaken, die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2334