16 DECEMBER 1976. 2336 nimmer gebleken." Wie vertegenwoordigen wij dan hier? Wat hebben wij reeds verscheidene malen gedaan? Of zijn de brieven aan de directie van de Waterleiding maatschappij "Noord-West-Brabant" niet aangekomen? Op deze brieven, waarvan ik kopieën in mijn bezit heb, heeft men wel degelijk geantwoord: ieder jaar beloofde men ons betreffende de overlegsituatie be terschap Vervolgens iets over Intergas. De doelstelling die heden ten dage nog de grondslag van de werkwij ze van deze N.V. is, luidt als volgt: "De kleinere gemeenten in West- en Midden-Brabant die economisch niet in staat zijn of waren een zelfstandig gasdis- tributiebedrijf te stichten, te laten profiteren van de voordelen van het afstandsgasWat is men aan het dwalen! Moet ik er dan ook nog de brief van het gemeentebestuur van Prinsenbeek d.d. 17 maart 1964 bijhalen? Zo'n verandering is onbegrij pelijk, of misschien juist wèl begrijpelijk, gezien de in het kader van de bestuurlijke aspecten ge maakte opmerking dat zowel "Noord-West-Brabant" als Intergas het al dan niet tot haar verzorgingsgebied gaan behoren van een gebied als de Haagse Beemden met 9.000 aansluitingen van groot belang acht. Evenals de heer Dreef, die daarover terecht een vraag heeft gesteld, wil ik iets over de aan- sluitingskosten zeggen. De gezamenlijke aanslui- tingskosten van de drie bedrijven zouden 900, lager zijn. Ik leg de nadruk op het woord "zouden", want jammer genoeg worden de aansluitingsvoorwaar- den er niet bij vermeld, evenmin als de geleverde diensten, zoals bijvoorbeeld voor elektriciteit de aarding, en de omschrijving van het watermeetpunt; onduidelijk blijft voor wiens rekening de daarmee samenhangende kosten komen, laat staan dat er een differentiatie van de aansluittarieven wordt gege ven. Het zijn voor mij de bekende "klappers" en "trekkers" De P.N.E.M. heeft daar minder moeite mee. Zij schrijft dat uit het oogpunt van exploitatie van de minst gunstige en in de geconcentreerde gebieden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2336