12 FEBRUARI 1976 233 er na één jaar voor het gemeentebestuur een nieu we situatie waarin bij afweging van alle factoren die in het veld een rol spelen toch weer een sub sidietoezegging mogelijk is? Tot slot zou ik willen vragen of b.en w. de voorstellen en de discussie van vanavond zouden willen doorzenden naar het ministerie, de provin cie en de provinciale culturele raad. De heer VAN ASSELDONK: Om heel eerlijk te zijn en dat wil ik toch steeds wel proberen wil ik beginnen met te verklaren dat ik bij de bestudering en behandeling van dit voorstel heel even stiekem bij mijzelf heb gedacht: zat ik nu maar in de fractie van de heer Crul! Deze ge dachte duurde slechts korte tijd, want toen rea liseerde ik mij dat liberalen ook het nemen van moeilijke beslissingen nooit uit de weg zijn ge gaan. Moeilijk of niet moeilijk, het zit om het eens ambachtelijk te vertalen "ingebakken" in de functie en men moet voorkomen dat het bak sel te bruin wordt. Waarom, zo zal men zich afvragen, wilde ik in de fractie van de heer Crul zitten? Welnu, bij voorstellen als het onderhavige wordt het eerst recht duidelijk hoe gecompliceerd je libe raal zijn is. De vertegenwoordigers van de Partij van de Arbeid zeggen ronduit: wij toetsen niet aan de cultuurnota dat kan ook niet, want die hebben wij verworpen wij toetsen aan onze po litiek. Dat is vrij gemakkelijk. De huidige, zo als zij het noemen "kapitalistische" maatschap pijstructuur moet verdwijnen en plaats maken voor een socialistische; iedere groep die daar hoe dan ook aan zou willen meewerken komt a priori in aanmerking voor subsidie. Voor ons liberalen is de situatie wel iets moeilijker. De heer Hendrik- sen gebruikte in de commissie voor culturele za ken niet voor niets de karakterisering "een ge durfd voorstel" of woorden een gelijke strekking. Deze aanduiding is juist: wij zijn van mening dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 233